Het Achterhoeks Openluchtmuseum is nieuw leven ingeblazen als canvas voor Achterhoekse verhalen. De verzameling oude gebouwen, ambachten en voorwerpen, die sinds 1936 een beeld geven van het oude boerenleven in de Gelderse Achterhoek, zijn letterlijk en figuurlijk door Sandenburg-DST afgestoft. Er is een compleet nieuwe beleving gecreëerd die het bezoek voor dagjesmensen en buitenlandse toeristen een extra dimensie geven. Directeur/partner Renze de Vries vertelt.
“Een boer die een museum begint, dat vonden de mensen uit de buurt hier wel een beetje … apart. Wat een mooi verhaal is dat. Als plannenmaker namens Sandenburg-DST – wij ontwikkelen belevingen – heb ik me voor dit museum verdiept in de inhoud. Boeken gelezen. Gesproken met de familie. En dan stuit je op verhalen. En het verhaal van de oervader van het Achterhoeks Openluchtmuseum in Lievelde is het waard om verteld te worden. Boer Bernard Weenink moet in 1935 wel een enorm visionaire man zijn geweest. Hij was hier aan het graven, vond een potje en stuitte op een grafveld uit de Zevende Eeuw. Hij had belangstelling voor geschiedenis, voor zijngeschiedenis, en begon hier een museum. Hij zag nota bene vóór de Tweede Wereldoorlog al dat je misschien wel beter toeristisch ondernemer kon zijn dan boer. Hij was de pionier. En veel boeren in landelijke gebieden zijn hem zeker ook hier in de Achterhoek nagevolgd. En boer Bernards museum werd meteen een enorm succes.

Verhalen en feiten
Misschien overdrijf ik hier een beetje in mijn schets van Bernard Weenink, maar over de kunst van storytelling moet u één ding onthouden: je moet een goed verhaal niet bederven met de feiten.
Zoon Gerard Weenink nam het roer over in 1962 en breidde het museum verder uit, tot horecavoorzieningen en herberg aan toe. Erve Kots, zoals het Achterhoeks Openluchtmuseum 86 jaar werd genoemd, werd in de wijde regio een geweldige publiekstrekker. Bussen reden af en aan, ook vanuit Duitsland. Overdrijf ik nu weer een beetje? Ach, je moet een goed verhaal niet bederven met de feiten. Maar dit is een feit: in de jaren zeventig kwamen er soms wel 40.000 bezoekers per jaar.
De verhalen van de familie Weenink en de geschiedenis van de Achterhoek kunt u beleven in het Achterhoeks Openluchtmuseum. Verhalen zijn ook anno 2022 toeristische trekkers. Ik vind toerisme belangrijk voor een agrarische streek als de Gelderse Achterhoek. Het zorgt voor levendigheid, vitaliteit en werkgelegenheid. Banen die je niet zomaar kunt verplaatsen naar China of India. Ook al zijn er nu te veel vacatures voor te weinig mensen in toerisme en horeca, maar dat hoeft niet altijd zo te blijven.
De ziel van de Achterhoek
Mensen komen volgens nationaal toerismebureau NBTC niet alleen naar een regio om natuur te zien of gebouwen te ervaren. Ze willen vooral ook de mentaliteit van een streek leren kennen. Het DNA van een streek, de ziel van een gebied. Ik weet zeker dat dit ook geldt voor bezoekers aan de Achterhoek. Hoe gedraagt de lokale bevolking zich, de Achterhoekers? Dat is in dit museum altijd voelbaar geweest – het DNA van de Achterhoek.
De mentaliteit van een streek beleef je via verhalen. Je leert de gewoonten en gebruiken beter begrijpen en onthouden. Toen ik hier vijf jaar geleden voor het eerst kwam, zag ik een heel idyllische, betoverende plek. Maar ik begreep niet altijd wat ik zag. Er was weinig uitleg, en ik miste bovenal de verhalen.
Vader en zoon Bernard en Gerard Weenink waren professionele verhalenvertellers. Die deden zelf de rondleidingen. Ze legden dingen uit en maakten muziek. Zij wáren de experience. Maar ná hen was het wat te stil geworden in het museum. Ja, het bestuur en de vrijwilligers deden ook rondleidingen. En de molen en de zagerij is vaak in bedrijf. Maar je kunt niet zeven dagen per week rondleidingen en evenementen doen hier. Vrijwilligers hebben ook een leven. Dus de kern van onze vernieuwingsplannen? Het museum en zijn collectie weer tot leven wekken. Aan het vertellen.

Circulariteit en deeleconomie
Nu is dit museum weer als vanouds een plek waar je de Achterhoekse mentaliteit leert kennen, die voortkomt uit dat boeren op zandgrond. Is dat dan nog relevant, dat oud-Achterhoekse boerenleven? Meer dan ooit. Het voedselverhaal van circulariteit, van sluitende kringlopen, korte teelten. Deeleconomie. Samenwerken en noaberschap. Juist dat nabuurschap is zo typerend voor een streek waar buren en dorpsgenoten elkaar altijd met raad en daad terzijde hebben gestaan.
Dit museum is de experience van het oude Achterhoekse boerenleven. En heel Erve Kots is de complete Achterhoek experience. Waar je het oude boerenleven beleeft en het moderne boerenleven van de 21ste eeuw.
Bernard en Gerard Weenink hebben hier als boeren erfgoed ontwikkeld. Het waren visionairen. Ik ben ontzettend blij dat de nieuwe generatie mensen rond dit museum – bestuur van de stichting, vrijwilligers, nazaten van Bernard en Gerard ook visionair is geweest om dit museum nieuw leven in te blazen. En dat midden in de pandemie. Speciaal woord van dank aan Ben Weenink, die de planfase initieerde en betaalde met steun van de gemeente. Ik heb zeer intensief samengewerkt met Wander Weenink, die penningmeester is van het bestuur, maar vooral ook een onbezoldigde conservator: de man die bijna alles weet. Hij heeft tijdens dit proces een baan gehad naast zijn gewone baan en er ongelofelijk veel tijd in gestoken. Aan de conservator de taak om onze Sandenburg-DST-verhalen te toetsen aan inhoudelijke juistheid. Soms lastig genoeg, want voor de historische fijnproevers onder u – in zo’n museum en zo’n collectie als hier ontkom je soms niet aan anachronismen. Zaken die in de tijd gezien niet helemaal kloppen. Hoe dan ook, ik heb van Wander veel geleerd over de geschiedenis hier. En hopelijk heeft Wander van mij geleerd dat je een mooi verhaal niet moet bederven met de feiten.
De toekomst
Ik kom voor mijn werk veel in musea en ik heb er veel gezien met ongeveer hetzelfde aantal bezoekers als hier. Maar dan met een betaalde staf van professionals. Hier gebeurt datzelfde werk met onbetaalde bestuurders en vrijwilligers – en met een hoge kwaliteit. Het is nog niet af. We hebben nog twee tentoonstellingen in de wacht staan om uit te voeren – in afwachting op nieuw geld. Eén over feesten en rituelen en over de rol van noaberschap daarbij. En één die Boeren met Bijbanen heet: over de 12 ambachten die de boeren en boerinnen destijds uitoefenden – zonder 13 ongelukken. Het kan het Achterhoeks Openluchtmuseum allemaal nog mooier maken. We hopen dat nieuwe fondsen en stijgende bezoekersaantallen deze exposities mogelijk zullen maken.
En vooral stijgende bezoekersaantallen – daar is het hier allemaal om begonnen. Bezoekers die met verhalen over dit museum thuiskomen. Erover praten met familie, buren, op feestjes, op social media. En dat door die verhalen snel nieuwe bezoekers voor de poort staan. Om hernieuwd die echte Achterhoekse verhalen te beleven.”
Benieuwd naar de experience? Ga snel naar www.achterhoeksopenluchtmuseum.nl en plan een bezoek!

